Algemene voorwaarden

Algemene bepalingen

Artikel 1

Toepasselijkheid van deze voorwaarden
1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op iedere aanbieding van R&S Humanwork B.V., handelsregisternummer 72095989, hierna te noemen Opdrachtnemer, aan, en op iedere overeenkomst tussen Opdrachtnemer en een opdrachtgever waarop Opdrachtnemer deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard, alsmede op de daaruit voortvloeiende leveringen en diensten van welke aard dan ook tussen Opdrachtnemer en een opdrachtgever, voor zover van deze voorwaarden niet door partijen nadrukkelijk schriftelijk is afgeweken.
2. De opdrachtgever met wie eenmaal op deze voorwaarden is gecontracteerd wordt geacht stilzwijgend met de toepasselijkheid daarvan op een later met Opdrachtnemer gesloten overeenkomst in te stemmen.
3. Alle aanbiedingen, ongeacht de wijze waarop deze zijn gedaan, zijn geheel vrijblijvend.
4. Opdrachtnemer is niet gebonden aan algemene voorwaarden van Opdrachtgever voor zover die afwijken van deze voorwaarden.
5. Deze algemene voorwaarden kunnen op enig moment worden gewijzigd dan wel worden aangevuld. De gewijzigde algemene voorwaarden gelden vervolgens ook ten aanzien van reeds gesloten inleenovereenkomsten, met inachtneming van een termijn van een maand na schriftelijke bekendmaking van de wijziging.

Artikel 2

Definities
Deze algemene voorwaarden verstaan onder:
a. 'Opdrachtnemer': R&S Humanwork B.V., handelsregisternummer 72095989, handelend o.a. onder de namen R&S Humanwork B.V., welke in het kader van de uitoefening van bedrijf uitzendkrachten ter beschikking stelt aan een opdrachtgever voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve en onder toezicht en leiding van deze opdrachtgever, of een nevenvestiging van Opdrachtnemer;
b. 'uitzendkracht': iedere natuurlijke persoon die door tussenkomst van Opdrachtnemer werkzaamheden verricht of gaat verrichten ten behoeve en onder toezicht en leiding van een opdrachtgever;
c. 'Opdrachtgever': iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die zich als inlener door tussenkomst van Opdrachtnemer voorziet van uitzendkrachten of op andere wijze gebruik maakt van de diensten van Opdrachtnemer;
d. 'inleenovereenkomst': de overeenkomst tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever waarin de specifieke voorwaarden worden opgenomen waaronder een uitzendkracht ter beschikking wordt gesteld voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve en onder toezicht en leiding van Opdrachtgever;
e. 'opdrachtgeverstarief': het bedrag per tijdseenheid dat Opdrachtgever aan Opdrachtnemer verschuldigd is voor de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht. Het omvat de kosten van de arbeid waaronder loonkosten, loonheffing en sociale premies, alsmede een marge voor de dienstverlening van Opdrachtnemer;
f. 'uitzendovereenkomst': de arbeidsovereenkomst waarbij de uitzendkracht door Opdrachtnemer ter beschikking wordt gesteld aan Opdrachtgever om krachtens een door deze met Opdrachtnemer gesloten inleenovereenkomst arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van Opdrachtgever;
g. 'ABU-CAO': de cao voor uitzendkrachten die geldt voor uitzendondernemingen, waaronder Opdrachtnemer, die als lid is aangesloten bij de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU);
h. Waar in deze algemene voorwaarden gesproken wordt over uitzendkrachten wordt bedoeld: mannelijke en vrouwelijke uitzendkrachten en waar gesproken wordt over hem en/of hij wordt bedoeld: hem/haar of hij/zij.

Artikel 3

Totstandkoming van de inleenovereenkomst
1. De inleenovereenkomst komt tot stand door schriftelijke aanvaarding van Opdrachtgever of doordat Opdrachtnemer feitelijk uitzendkrachten ter beschikking stelt aan Opdrachtgever.
2. De specifieke voorwaarden waaronder de uitzendkracht door Opdrachtnemer ter beschikking wordt gesteld aan Opdrachtgever zijn opgenomen in de inleenovereenkomst.
3. Een wijziging of aanvulling van de inleenovereenkomst wordt pas van kracht nadat deze door Opdrachtnemer schriftelijk is bevestigd.

Artikel 4

Wijze van facturering
1. De facturen van Opdrachtnemer zijn, tenzij anders afgesproken, mede gebaseerd op de ingevulde en door Opdrachtgever voor akkoord bevonden tijdverantwoording, alsmede het opdrachtgeverstarief en eventueel bijkomende toeslagen en (on)kosten.
2. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste, tijdige en volledige invulling en accordering van de tijdverantwoording. De accordering vindt plaats via (digitale) ondertekening van de tijdverantwoording tenzij anders overeengekomen.
3. Bij verschil tussen de bij Opdrachtnemer ingeleverde tijdverantwoording en de door Opdrachtgever behouden gegevens daarvan geldt de bij Opdrachtnemer ingeleverde tijdverantwoording als juist, tenzij Opdrachtgever het tegendeel aantoont.
4. Als de uitzendkracht de gegevens van de tijdverantwoording betwist, kan Opdrachtnemer het aantal gewerkte uren en overige kosten factureren volgens de opgave van de uitzendkracht, tenzij Opdrachtgever aantoont dat voornoemde tijdverantwoording correct is.
5. Als Opdrachtgever niet aan het gestelde in lid 2 van dit artikel voldoet, kan Opdrachtnemer besluiten om Opdrachtgever te factureren op basis van de bij Opdrachtnemer bekende feiten en omstandigheden. Opdrachtnemer gaat hiertoe niet over zolang er geen redelijk overleg daaromtrent met Opdrachtgever heeft plaatsgevonden.
6. Als Opdrachtgever, nadat de uitzendkracht is verschenen op de werkplek, minder dan drie uren gebruik maakt van diens arbeidsaanbod, is Opdrachtgever verplicht tot betaling van het opdrachtgeverstarief over ten minste drie uren per oproep als:
a. De overeengekomen omvang van de arbeid minder dan 15 uur per week bedraagt en de werktijden niet zijn vastgelegd; of
b. Opdrachtgever de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig heeft vastgelegd.

Artikel 5

Betalingsvoorwaarden
1. Opdrachtgever draagt er zorg voordat elke factuur van Opdrachtnemer zonder enige inhouding, korting of verrekening binnen 14 dagen na factuurdatum is betaald
2. Uitsluitend rechtstreekse betalingen aan Opdrachtnemer werken voor Opdrachtgever bevrijdend. Het rechtstreeks betalen dan wel het verstrekken van voorschotten aan de uitzendkracht door Opdrachtgever is niet toegestaan, ongeacht de reden waarom of de wijze waarop zulks geschiedt. Dergelijke betalingen en verstrekkingen regarderen Opdrachtnemer niet en leveren geen grond op voor enige schuldaflossing of verrekening.
3. Opdrachtgever kan Opdrachtnemer verzoeken om in overleg te treden over de mogelijkheid dat Opdrachtgever een percentage van het gefactureerde bedrag op de G-rekening van Opdrachtnemer stort, alsmede over de hoogte van het percentage. Alleen bij bereikte overeenstemming kan van voornoemde mogelijkheid gebruik worden gemaakt.
4. Op eerste verzoek van Opdrachtnemer zal Opdrachtgever een schriftelijke machtiging verstrekken aan Opdrachtnemer om de bedragen van de facturen middels automatische incasso binnen de overeengekomen termijn af te schrijven van de bankrekening van Opdrachtgever. Hiervoor zullen partijen een SEPA-machtigingsformulier gebruiken.
5. Bij niet, niet tijdige of niet volledige betaling door Opdrachtgever van enige door hem verschuldigd bedrag, is Opdrachtgever met ingang van de vervaldatum van de betreffende factuur van rechtswege in verzuim. Vanaf dat moment is Opdrachtgever tevens een vertragingsrente van de wettelijke handelsrente + 1% per maand, een gedeelte van een maand voor een volle maand rekenende, over het opeisbare factuurbedrag aan Opdrachtnemer verschuldigd. Ook deze rente zal opeisbaar zijn zonder dat enige sommatie of ingebrekestelling vereist is.
6. Als Opdrachtgever een factuur betwist, zal dit binnen 8 dagen na verzenddatum van de betreffende factuur schriftelijk door Opdrachtgever aan Opdrachtnemer kenbaar worden gemaakt, op straffe van verval van het recht op betwisting. Een betwisting van de factuur schort de betalingsverplichting van Opdrachtgever niet op.
7. Door Opdrachtgever gedane betalingen strekken steeds ter afdoening van alle verschuldigde kosten, daarna rente en vervolgens de opeisbare facturen die het langst open staan, ook indien Opdrachtgever vermeldt dat de voldoening betrekking heeft op een latere factuur.
8. Alle kosten, zowel in als buiten rechte, de kosten van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, die Opdrachtnemer moet maken tengevolge van het niet nakomen van de betalingsverplichtingen door Opdrachtgever, zijn voor rekening van Opdrachtgever. De buitengerechtelijke incassokosten van Opdrachtnemer, te berekenen over het te incasseren bedrag, worden, met een minimum van EUR 500,00 vastgesteld op tenminste 15% van de hoofdsom.
9. Indien de inleenovereenkomst is aangegaan met meer dan één opdrachtgever, welke opdrachtgevers behoren tot dezelfde groep van ondernemingen, dan zijn alle opdrachtgevers hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen uit hoofde van dit artikel, ongeacht de tenaamstelling van de factuur.
10. Indien de financiële positie en/of het betalingsgedrag van Opdrachtgever daartoe – naar de mening van Opdrachtnemer – aanleiding geeft, is Opdrachtgever verplicht op eerste verzoek van Opdrachtnemer: 
a. een machtiging voor automatische incasso als bedoeld in lid 4 van dit artikel te verstrekken; en/of 
b. een voorschot te verstrekken; en/of 
c. afdoende zekerheid te stellen voor de nakoming van de verplichtingen jegens Opdrachtnemer, door middel van bijvoorbeeld een bankgarantie of pandrecht. 
De omvang van de gevraagde zekerheid en/of het gevraagde voorschot staat in verhouding tot de omvang van de betreffende verplichtingen van Opdrachtgever.
11. Ingeval Opdrachtgever geen gehoor geeft aan een verzoek van Opdrachtnemer als bedoeld in het vorige lid, dan wel indien een incasso mislukt, verkeert Opdrachtgever van rechtswege in verzuim zonder dat daartoe een ingebrekestelling nodig is. Indien Opdrachtgever in verzuim verkeert, dan is Opdrachtnemer gerechtigd de uitvoering van haar verplichtingen uit de inleenovereenkomst op te schorten dan wel de inleenovereenkomst onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te zeggen, zonder dat Opdrachtnemer een schadevergoeding verschuldigd is aan Opdrachtgever. Alle vorderingen van Opdrachtnemer worden als gevolg van de opzegging direct opeisbaar.

Artikel 6

Ontbinding
1. Opdrachtnemer is gerechtigd, indien na het sluiten van de overeenkomst aan Opdrachtnemer ter kennis gekomen omstandigheden goede grond geven te vrezen dat Opdrachtgever niet aan zijn verplichtingen zal voldoen, de overeenkomst onmiddellijk buitengerechtelijk te ontbinden.
2. Als een partij in gebreke blijft aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst te voldoen, is de andere partij – naast hetgeen in de overeenkomst is bepaald – gerechtigd de overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven buitengerechtelijk geheel of gedeeltelijk te ontbinden. De ontbinding zal pas plaatsvinden nadat de in gebreke gestelde partij schriftelijk op de hoogte is gesteld van de ingebrekestelling en hem een redelijke termijn is geboden om de tekortkoming te zuiveren, en nakoming is uitgebleven.
3. Voorts is de ene partij gerechtigd, zonder dat enige aanmaning of ingebrekestelling zal zijn vereist, buiten rechte de overeenkomst door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk te ontbinden indien: 
- de andere partij (voorlopige) surséance van betaling aanvraagt of hem (voorlopige) surséance van betaling wordt verleend;
- de andere partij zijn eigen faillissement aanvraagt of in staat van faillissement wordt verklaard;;
- de onderneming van de andere partij wordt geliquideerd;
- de andere partij zijn huidige onderneming staakt;
- buiten toedoen van de ene partij op een aanmerkelijk deel van het vermogen van de andere partij beslag wordt gelegd, dan wel indien de andere partij anderszins niet langer in staat moet worden geacht de verplichtingen uit de overeenkomst na te kunnen komen.
4. Indien Opdrachtgever op het moment van de ontbinding reeds prestaties ter uitvoering van de overeenkomst had ontvangen, kan hij de overeenkomst slechts gedeeltelijk ontbinden en wel uitsluitend voor dat gedeelte, dat door of namens Opdrachtnemer nog niet is uitgevoerd.
5. Bedragen die Opdrachtnemer vóór de ontbinding aan Opdrachtgever heeft gefactureerd in verband met hetgeen zij reeds ter uitvoering van de overeenkomst heeft gepresteerd, blijven onverminderd door Opdrachtgever aan haar verschuldigd en worden op het moment van de ontbinding direct opeisbaar.

Artikel 7

Aansprakelijkheid voor schaden
1. Behoudens bepalingen van dwingend recht alsmede met inachtneming van de algemene normen van de redelijkheid en billijkheid, is Opdrachtnemer niet gehouden tot enige vergoeding van schade van welke aard dan ook, direct of indirect, ontstaan aan de uitzendkracht , Opdrachtgever of aan zaken dan wel personen bij of van Opdrachtgever of een derde, welke schade is ontstaan als een gevolg van: 
a. de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever, ook wanneer mocht blijken dat die uitzendkracht niet blijkt te voldoen aan de door Opdrachtgever aan hem gestelde eisen; 
b. eenzijdige opzegging van de uitzendovereenkomst door de uitzendkracht; 
c. een toedoen of nalaten van de uitzendkracht, Opdrachtgever zelf of een derde, waaronder begrepen het aangaan van verbintenissen door de uitzendkracht; 
d. het zonder schriftelijke toestemming van Opdrachtnemer doorlenen door Opdrachtgever van de uitzendkracht.
2. Eventuele aansprakelijkheid van Opdrachtnemer voor enige directe schade is in ieder geval, per gebeurtenis, beperkt tot: 
a. het bedrag dat de verzekering van Opdrachtnemer uitkeert, dan wel: 
b. indien Opdrachtnemer niet voor de betreffende schade is verzekerd of de verzekering niet (volledig) uitkeert, het door Opdrachtnemer gefactureerde bedrag. Is het bedrag dat in rekening is gebracht afhankelijk van een tijdsfactor, dan is de aansprakelijkheid beperkt tot het bedrag dat door Opdrachtnemer in de maand voorafgaand aan de schademelding bij Opdrachtnemer in rekening is gebracht. Bij gebreke van voorafgaande maand is beslissend wat Opdrachtnemer in de maand waarin het schadeveroorzakende feit heeft plaatsgevonden aan Opdrachtgever volgens de overeenkomst in rekening zou brengen dan wel heeft gebracht.
3. Voor indirecte schade, waaronder gevolgschade, gederfde winst en gemiste besparingen, is Opdrachtnemer nimmer aansprakelijk.
4. Opdrachtgever is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaaldekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in lid 1 tot en met lid 3 van dit artikel.
5. In ieder geval dient Opdrachtgever Opdrachtnemer te vrijwaren tegen eventuele vorderingen van de uitzendkracht of derden, tot vergoeding van schade als bedoeld in lid 1 van dit artikel geleden door die uitzendkracht of derden.
6. De in leden 1 en 2 van dit artikel opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen indien sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van Opdrachtnemer en/of diens leidinggevend personeel.
7. Opdrachtnemer heeft te allen tijde het recht, indien en voor zover mogelijk, eventuele schade van Opdrachtgever ongedaan te maken. Hiertoe wordt tevens gerekend het recht van Opdrachtnemer maatregelen te treffen die eventuele schade kan voorkomen dan wel beperken.
8. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor het uitzenden van uitzendkrachten, die niet blijken te voldoen aan de door Opdrachtgever gestelde vereisten, tenzij Opdrachtgever bewijst dat er sprake is van opzet en/of grove schuld van Opdrachtnemer bij de selectie. Elke klacht ter zake moet door Opdrachtgever bij Opdrachtnemer worden ingediend binnen 4 uur na de aanvang van de werkzaamheden door de betreffende uitzendkracht bij Opdrachtgever. Klachten die na bovengenoemde termijn binnengekomen zijn, zijn niet ontvankelijk. Opdrachtgever draagt in ieder geval het volledige risico indien hij ook na vier uur na aanvang van de werkzaamheden de betreffende uitzendkracht laat voortwerken, aangezien Opdrachtgever gehouden is tot leiding en toezicht.

Artikel 8

Overmacht
1. In geval van overmacht van Opdrachtnemer zullen haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst worden opgeschort, zolang de overmachttoestand voortduurt. Onder overmacht wordt verstaan elke van de wil van Opdrachtnemer onafhankelijke omstandigheid, die de nakoming van de overeenkomst blijvend of tijdelijk verhindert en welke noch krachtens wet, noch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid voor haar risico behoort te komen.
2. Zodra zich bij Opdrachtnemer een overmachtstoestand voordoet als in het eerste lid van dit artikel bedoeld, zal zij daarvan mededeling doen aan Opdrachtgever.
3. Voor zover daaronder niet reeds begrepen, wordt onder overmacht tevens verstaan: werkstaking, bedrijfsbezetting, blokkades, embargo, overheidsmaatregelen, oorlog, revolutie, en/of daaraan gelijk te stellen toestand, stroomstoringen, storingen in elektronische communicatielijnen, brand, ontploffing en andere calamiteiten, waterschade, overstroming, aardbeving en andere natuurrampen, alsmede omvangrijke ziekte van epidemiologische aard van personeel.
4. Zolang de overmachttoestand voortduurt zullen de verplichtingen van Opdrachtnemer zijn opgeschort. Deze opschorting zal echter niet gelden voor verplichtingen waarop de overmacht geen betrekking heeft en reeds voor het intreden van de overmachttoestand zijn ontstaan.
5. Indien de overmachttoestand drie maanden heeft geduurd, of zodra vaststaat dat de overmachttoestand langer dan drie maanden zal duren, is ieder der partijen gerechtigd de overeenkomst tussentijds te beëindigen zonder inachtneming van enige opzegtermijn. Opdrachtgever is ook na zodanige beëindiging van de overeenkomst gehouden de door hem aan Opdrachtnemer verschuldigde vergoedingen, welke betrekking hebben op de periode vóór de overmachtstoestand, aan Opdrachtnemer te betalen.
6. Opdrachtnemer is tijdens de overmachttoestand niet gehouden tot vergoeding van enigerlei schade van of bij Opdrachtgever, noch is zij daartoe gehouden na beëindiging van de overeenkomst als in het vorige lid van dit artikel bedoeld.

Artikel 9

Geheimhouding
1. Opdrachtnemer en Opdrachtgever zullen geen vertrouwelijke informatie van of over de andere partij, diens activiteiten en relaties, die hun ter kennis is gekomen ingevolge een aanbieding of overeenkomst, verstrekken aan derden. Dit tenzij – en alsdan voor zover – verstrekking van die informatie nodig is om de overeenkomst naar behoren te kunnen uitvoere of op hen een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
2. Op verzoek van Opdrachtgever zal Opdrachtnemer de uitzendkracht verplichten tot geheimhouding omtrent al hetgeen hem bij het verrichten van de werkzaamheden bekend of gewaar wordt, tenzij op de uitzendkracht een wettelijke plicht tot bekendmaking rust.
3. Het staat Opdrachtgever vrij om de uitzendkracht rechtstreeks te verplichten tot geheimhouding. Opdrachtgever informeert Opdrachtnemer over zijn voornemen daartoe en verstrekt een afschrift van hetgeen daaromtrent is vastgelegd aan Opdrachtnemer.
4. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor een boete, dwangsom of eventuele schade van Opdrachtgever als gevolg van schending van de geheimhoudingsplicht door de uitzendkracht.

Artikel 10

Toepasselijk recht en bevoegde rechter
1. Op deze algemene voorwaarden, opdrachten, inleenovereenkomsten en/of andere overeenkomsten is het Nederlands recht van toepassing.
2. Alle geschillen die voortvloeien of samenhangen met een rechtsverhouding tussen partijen, zullen in eerste aanleg uitsluitend worden berecht door de rechtbank binnen het arrondissement waarin Opdrachtnemer is gevestigd.

Artikel 11

Slotbepalingen
1. Indien enige bepaling uit deze voorwaarden nietig is of wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze voorwaarden volledig van kracht blijven en zullen partijen in overleg treden teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige of vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk het doel en de strekking van de nietige of vernietigde bepaling in acht zal worden genomen.
2. Opdrachtnemer is gerechtigd om haar rechten en verplichtingen uit hoofde van een overeenkomst over te dragen aan een derde. Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, is het Opdrachtgever niet toegestaan om zijn rechten en verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst over te dragen aan een derde.
Voorwaarden voor het terbeschikkingstellen van uitzendkrachten

Artikel 12

Het inlenen van uitzendkrachten
1. De uitzendovereenkomst wordt aangegaan tussen de uitzendkracht en Opdrachtnemer. Op de uitzendovereenkomst is de ABU-CAO voor Uitzendkrachten van toepassing. Tussen Opdrachtgever en de uitzendkracht bestaat er geen arbeidsovereenkomst.
2. Bij het ter beschikking stellen van de uitzendkracht door Opdrachtnemer aan Opdrachtgever, werkt de uitzendkracht feitelijk onder leiding en toezicht van Opdrachtgever. Opdrachtgever neemt daarbij dezelfde zorgvuldigheid in acht als tegenover zijn eigen werknemers. Opdrachtnemer heeft als formele werkgever geen zicht op de werkplek en de te verrichten werkzaamheden, op basis waarvan Opdrachtgever dient zorg te dragen voor een veilige werkomgeving, alsmede de leiding heeft en toezicht uitoefent over de uitzendkracht.
3. Opdrachtgever zal, zonder schriftelijke toestemming van Opdrachtnemer, de door hem ingeleende uitzendkracht niet op zijn beurt weer doorlenen aan een derde om onder diens leiding en toezicht te werken. Een overtreding van onderhavig lid leidt ertoe dat Opdrachtnemer gerechtigd is om de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht en/of de inleenovereenkomst per direct te beëindigen, alsmede alle hieruit voortvloeiende c.q. verband houdende schade aan Opdrachtgever in rekening te brengen. Opdrachtgever stelt Opdrachtnemer alsdan volledig schadeloos.
4. De werkzaamheden worden uitgevoerd zoals overeengekomen in de inleenovereenkomst. Als Opdrachtgever hiervan af wenst te wijken gedurende de inleenovereenkomst, geschiedt dit uitsluitend in overleg met en akkoord van Opdrachtnemer.

Artikel 13

Het opdrachtgeverstarief, (uur)beloning en overige vergoedingen
1. De Opdrachtgever is voor de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht het opdrachtgeverstarief aan Opdrachtnemer verschuldigd, behoudens hieromtrent andersluidende afspraken zijn gemaakt.
2. Het opdrachtgeverstarief staat in directe verhouding tot het aan de uitzendkracht verschuldigde loon. Het loon en de vergoedingen van de uitzendkracht worden vooraf aan de terbeschikkingstelling en zo nodig gedurende de terbeschikkingstelling bepaald en zijn gelijk aan het loon en vergoedingen die worden toegekend aan vergelijkbare werknemers, werkzaam in gelijke of gelijkwaardige functies, in dienst van de Opdrachtgever (het zogenoemde loonverhoudingsvoorschrift).
3. Onder het loonverhoudingsvoorschrift vallen de volgende componenten:- uitsluitend het geldende periodeloon in de schaal;
- de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting. Deze kan –zulks ter keuze van Opdrachtnemer- gecompenseerd worden in tijd en/of geld;
- toeslagen voor overwerk, verschoven uren, onregelmatigheid (waaronder feestdagentoeslag) en ploegendienst;
- initiële loonstijging;
- onbelaste kostenvergoedingen: reiskosten, pensionkosten en andere kosten noodzakelijk wegens de uitoefening van de functie;
- periodieken.
4. Tariefwijzigingen ten gevolge van cao-verplichtingen en wijzigingen in of ten gevolge van wet- en regelgeving zoals fiscale en sociale wet- en regelgeving, worden met ingang van het tijdstip van die wijzigingen aan Opdrachtgever doorberekend en zijn dienovereenkomstig door Opdrachtgever verschuldigd, ook als deze wijzigingen zich voordoen tijdens de duur van een inleenovereenkomst.
5. Indien de uitzendkracht, welke aan Opdrachtgever ter beschikking is/was gesteld, op enig moment op grond van wet- en regelgeving recht verkrijgt op een transitievergoeding of andere vergoeding, zal Opdrachtgever deze vergoeding vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en overige lasten aan Opdrachtnemer verschuldigd zijn.

Artikel 14

Informatieverplichting Opdrachtgever
1. Opdrachtgever informeert Opdrachtnemer tijdig, juist en volledig over de componenten zoals genoemd in artikel 13 lid 3, zodat Opdrachtnemer het loon van de uitzendkracht kan vaststellen.
2. Als het loon en de vergoedingen van de uitzendkracht niet kunnen worden vastgesteld volgens het loonverhoudingsvoorschrift, dan worden ze vastgesteld aan de hand van gesprekken die door Opdrachtnemer worden gevoerd met Opdrachtgever en de uitzendkracht. Leidraad bij het vaststellen van het loon zijn het opleidingsniveau en de ervaring van de uitzendkracht en de benodigde capaciteiten die invulling van de functie met zich meebrengt.
3. Opdrachtnemer is gerechtigd om het opdrachtgeverstarief met terugwerkende kracht te corrigeren en aan Opdrachtgever in rekening te brengen, indien blijkt dat (een van) de componenten als bedoeld artikel 13 lid 3, onjuist zijn vastgesteld.
4. In verband met opvolgend werkgeverschap dient Opdrachtgever tijdig voorafgaand aan de inleenovereenkomst alle relevante informatie over eventuele eerdere dienstverbanden tussen Opdrachtgever en een potentiële uitzendkracht aan Opdrachtnemer te verstrekken. Relevant is hierbij in ieder geval duur en aard van het dienstverband en aantal gesloten overeenkomsten.
5. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor schade, van welke aard ook, ontstaan doordat Opdrachtnemer is uitgegaan van door Opdrachtgever verstrekte onjuiste en/of onvolledige gegevens, tenzij deze onjuistheid of onvolledigheid voor haar kenbaar behoorde te zijn.

Artikel 15

De civiele ketenaansprakelijkheid voor loon
1. Naast Opdrachtnemer is Opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk jegens de uitzendkracht voor de voldoening van het aan de uitzendkracht verschuldigde loon, tenzij Opdrachtgever zich inzake de eventuele onderbetaling als niet-verwijtbaar kwalificeert.
2. Opdrachtgever dient ten behoeve van het aantonen van zijn niet-verwijtbaarheid in ieder geval Opdrachtnemer tijdig, juist en volledig te informeren inzake de looncomponenten van het loonverhoudingsvoorschrift conform artikel 13.
3. Opdrachtnemer is jegens Opdrachtgever gehouden om de uitzendkracht te belonen conform de toepasselijke wet- en regelgeving, waaronder de ABU-cao voor Uitzendkrachten.
4. Indien Opdrachtgever zich nader wenst te laten informeren over de arbeidsvoorwaarden van de uitzendkracht in het kader van de ketenaansprakelijkheid voor loon, treedt hij hierover in overleg met Opdrachtnemer.
5. Opdrachtgever onthoudt zich van het opvragen van de gegevens die geen betrekking hebben op of in verband staan tot het loon van de uitzendkracht. Opdrachtnemer behoudt zich het recht voor om geanonimiseerde informatie aan Opdrachtgever te verstrekken. Ten aanzien van de verkregen informatie met betrekking tot de uitzendkracht is Opdrachtgever verplicht tot geheimhouding.

Artikel 16

Inhoud, duur van de overeenkomst en terbeschikkingstelling(en) en opzegtermijnen
1. In de inleenovereenkomst worden de specifieke voorwaarden waaronder de uitzendkracht aan Opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld opgenomen. De inleenovereenkomst kan niet worden beëindigd zolang er uitzendkrachten aan Opdrachtgever ter beschikking worden gesteld.
2. Opdrachtgever zal Opdrachtnemer informeren omtrent de beoogde duur van de terbeschikkingstelling, op basis Opdrachtnemer de aard en de duur van de uitzendovereenkomst met de uitzendkracht kan bepalen.
3. Als de uitzendovereenkomst voorziet in het uitzendbeding, dan dient Opdrachtgever, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, onderstaande opzegtermijn in acht te nemen, als hij de terbeschikkingstelling tussentijds wenst te beëindigen:- tot en met de zevende week van de terbeschikkingstelling: geen opzegtermijn;
- de achtste tot en met de elfde week: 5 werkdagen;
- de twaalfde tot en met de vijftiende week: 7 werkdagen;
- de zestiende tot en met de negentiende week: 9 werkdagen;
- de twintigste tot en met de drieëntwintigste week: 12 werkdagen;
- vanaf de vierentwintigste week: 18 werkdagen.
4. Als de uitzendovereenkomst niet voorziet in het uitzendbeding, dan is er sprake van een uitzendovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. In het geval van een uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd kan Opdrachtgever de terbeschikkingstelling uitsluitend tussentijds eindigen onder de voorwaarde dat de met de terbeschikkingstelling verband houdende betalingsverplichtingen voortduren tot het verstrijken van de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling. Opdrachtnemer is alsdan gerechtigd om het opdrachtgeverstarief tot de overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling aan Opdrachtgever in rekening te (blijven) brengen overeenkomstig het gebruikelijke c.q. het te verwachten arbeidspatroon van de uitzendkracht, tenzij Opdrachtnemer en Opdrachtgever hieromtrent schriftelijk andersluidende afspraken hebben gemaakt.
5. Als Opdrachtgever de terbeschikkingstelling wenst te beëindigen terwijl er niets is overeengekomen omtrent de duur van de terbeschikkingstelling en de uitzendkracht op basis van een
uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd werkzaam is, geldt er een opzegtermijn van één maand.
6. In het geval van een uitzendovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder overeengekomen duur van de terbeschikkingstelling gelden de opzegtermijnen zoals genoemd in lid 3 van dit artikel, als Opdrachtgever de terbeschikkingstelling wenst te beëindigen.
7. Ongeacht het bepaalde in de voorgaande leden zal Opdrachtnemer nimmer aansprakelijk worden gesteld voor een beëindiging, noodzakelijk geworden door of op grond van een overheidsvoorschrift, ook indien dit alleen voor Opdrachtnemer geldt, of voor een beëindiging door de uitzendkracht van de werkzaamheden ten behoeve van Opdrachtgever, ook indien dit geschiedt zonder inachtneming van enige termijn, hoe kort ook, doch Opdrachtnemer zal wel een redelijke zorg aanwenden, dat - zo mogelijk, ook met inachtneming van het vorenstaande - Opdrachtgever hiervan zo tijdig mogelijk op de hoogte wordt gesteld en dat desgewenst aan Opdrachtgever een andere uitzendkracht zal worden bezorgd, ten aanzien van welke dan een nieuwe inleenovereenkomst ontstaat, op welke nieuwe inleenovereenkomst afzonderlijk vorenstaande regels van toepassing zijn.
8. Indien de reden van de beëindiging is gelegen in een geschil met de uitzendkracht, dan wel een conflictsituatie, dan dient Opdrachtgever Opdrachtnemer daar tijdig van op de hoogte te stellen. Opdrachtnemer zal alsdan onderzoeken of het geschil, dan wel de conflict- situatie kan worden opgelost.
9. Opdrachtnemer kan in verband met de voor haar geldende aanzegverplichting jegens de uitzendkracht Opdrachtgever minimaal vijf weken voor het einde van de uitzendovereenkomst voor bepaalde tijd verzoeken om aan te geven of hij voornemens is om de terbeschikkingstelling te continueren. Opdrachtgever is alsdan gehouden om binnen drie dagen aan te geven of hij de terbeschikkingstelling wenst te continueren. Het niet tijdig, dan wel niet correct informeren van Opdrachtnemer leidt ertoe dat, Opdrachtgever de kosten verband houdende met de vergoeding ex artikel 7:668 BW integraal aan Opdrachtnemer dient te vergoeden.

Artikel 17

Schadeloosstelling ingeval van het aangaan van een rechtstreekse arbeidsverhouding met de uitzendkracht
1. Indien Opdrachtgever met een hem door Opdrachtnemer ter beschikking gestelde of te stellen uitzendkracht rechtstreeks een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding wil aangaan, dan stelt hij Opdrachtnemer daarvan onverwijld schriftelijk in kennis. Partijen treden vervolgens in overleg teneinde de wens van Opdrachtgever te bespreken.
2. Indien Opdrachtgever binnen zes maanden na voordracht van de door Opdrachtnemer geworven en geselecteerde uitzendkracht of binnen een periode van 1560 na aanvang van de inleenovereenkomst door de uitzendkracht te werken uren een arbeidsverhouding rechtstreeks voor zich, middels en/of voor derden met de betrokken uitzendkracht aangaat, zal hij aan Opdrachtnemer verschuldigd zijn een terstond opeisbare, niet voor matiging vatbare, boete groot 25% van het laatstgeldende Opdrachtgeverstarief voor de betrokken uitzendkracht, zulks voor de duur van de periode vanaf het moment van aangaan door Opdrachtgever voor de voornoemde arbeidsverhouding met de uitzendkracht tot het moment van afloop van de in de aanvang van genoemde periode van 1560 gewerkte uren.
3. Onder andersoortige arbeidsverhouding als bedoeld in dit artikel wordt onder meer, niet limitatief, verstaan:
- aanneming van werk
- overeenkomst van opdracht
- aanstellen als ambtenaar
- het ter beschikking laten stellen van de uitzendkracht aan Opdrachtgever door een derde (bijvoorbeeld een andere uitzendonderneming) voor hetzelfde of ander werk.
4. Opdrachtgever (doorlener) die niet zijn eigen personeel uitleent maar de door hem ingeleende uitzendkracht op zijn beurt weer uitleent aan een ander, de uiteindelijke opdrachtgever, is aan Opdrachtnemer (werkgever) de boete verschuldigd zoals bedoeld in lid 3, indien een rechtstreeks arbeidsverhouding wordt aangegaan tussen de uiteindelijke opdrachtgever en de uitzendkracht binnen een periode van 1560 te werken uren door de uitzendkracht na aanvang van de inleenovereenkomst.
5. Opdrachtgever gaat niet rechtstreeks een arbeidsverhouding met de uitzendkracht aan, indien de uitzendkracht de uitzendovereenkomst met Opdrachtnemer niet rechtsgeldig heeft beëindigd, onverminderd de overige verplichtingen van Opdrachtgever als bedoeld in lid 3.
6. Het in dit artikel bepaalde laat onverkort in stand dat een inleenovereenkomst voortduurt, zolang zij niet jegens Opdrachtnemer schriftelijk is beëindigd, met inachtneming van het in dit artikel bepaalde resp. voor de overeengekomen vastgestelde tijd.
7. Het is Opdrachtgever verboden om uitzendkrachten ertoe te bewegen om een arbeidsovereenkomst, dan wel een andersoortige arbeidsverhouding met een andere onderneming aan te gaan, met de bedoeling de uitzendkrachten middels deze andere onderneming in te lenen.

Artikel 18

Selectie van uitzendkrachten
1. De uitzendkracht wordt door Opdrachtnemer gekozen enerzijds aan de hand van zijn hoedanigheden en kundigheden en anderzijds aan de hand van de door Opdrachtgever aangedragen functievereisten.
2. Opdrachtnemer is geheel vrij in de keus van de persoon of personen, die het op een aanvraag uitzendt. Niet-functierelevante vereisten die bovendien (kunnen) leiden tot (in)directe discriminatie, onder meer verband houdende met ras, godsdienst, geslacht en/ of handicap, kunnen niet door Opdrachtgever worden gesteld. In ieder geval zullen deze eisen door Opdrachtnemer niet worden gehonoreerd, tenzij ze worden gesteld in het kader van een doelgroepenbeleid dat wettelijk is toegestaan, om gelijke arbeidsparticipatie te bevorderen.
3. Opdrachtgever heeft het recht om, als een uitzendkracht niet voldoet aan de door Opdrachtgever gestelde eisen, dit binnen 4 uur na aanvang van de werkzaamheden aan Opdrachtnemer kenbaar te maken. In dat geval is Opdrachtgever gehouden aan Opdrachtnemer minimaal te betalen de door Opdrachtnemer aan de uitzendkracht verschuldigde beloning en vergoedingen, vermeerderd met het werkgeversaandeel in de sociale lasten en premieheffing en uit de ABU-cao voortvloeiende verplichtingen.
4. Gedurende de looptijd van de inleenovereenkomst is Opdrachtnemer gerechtigd om een voorstel te doen tot vervanging van de uitzendkracht, bijvoorbeeld indien de uitzendkracht niet langer in staat is de arbeid te verrichten, dan wel in verband met een door te voeren reorganisatie of herplaatsingsverplichting. Het opdrachtgeverstarief zal dan opnieuw worden vastgesteld.

Artikel 19

Zorgverplichting Opdrachtgever en volledige vrijwaring jegens Opdrachtnemer
1. Opdrachtgever is ervan op de hoogte dat hij volgens de artikel 7:658 BW en de geldende Arbo-wetgeving de verplichting heeft om te zorgen voor een veilige werkplek voor de uitzendkracht. Opdrachtgever verstrekt de uitzendkracht concrete aanwijzingen om te voorkomen dat de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Tevens verstrekt Opdrachtgever de uitzendkracht persoonlijke beschermingsmiddelen voor zover noodzakelijk. Indien de benodigdheden door Opdrachtnemer worden verzorgd, is Opdrachtnemer gerechtigd de kosten die daarmee samenhangen bij Opdrachtgever in rekening te brengen.
2. Tijdig voordat de terbeschikkingstelling een aanvang neemt, verstrekt Opdrachtgever aan de uitzendkracht en Opdrachtnemer de noodzakelijke informatie over de verlangde beroepskwalificatie van de uitzendkracht, alsmede de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E), bevattende de specifieke kenmerken van de door de uitzendkracht in te nemen arbeidsplaats. De uitzendkracht dient voldoende gelegenheid te krijgen om van de inhoud kennis te nemen, alvorens de werkzaam heden aanvang kunnen vinden.
3. Opdrachtgever is jegens de uitzendkracht en Opdrachtnemer aansprakelijk voor en dientengevolge gehouden tot vergoeding van de schade die de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
4. Indien de uitzendkracht in de uitoefening van zijn werkzaamheden zodanig letsel heeft bekomen, dat daarvan de dood het gevolg is, is Opdrachtgever overeenkomstig artikel 6:108 BW jegens de in dat artikel genoemde personen en jegens Opdrachtnemer gehouden tot vergoeding van de schade aan de bedoelde personen, tenzij de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de uitzendkracht, alles met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.
5. Opdrachtgever vrijwaart Opdrachtnemer volledig tegen aanspraken, jegens Opdrachtnemer ingesteld wegens het niet nakomen door Opdrachtgever van de in dit artikel genoemde verplichtingen en zal de hiermee verband houdende kosten rechtsbijstand volledig aan Opdrachtnemer vergoeden. Opdrachtgever verleent Opdrachtnemer de bevoegdheid haar aanspraken bedoeld in onderhavig artikel aan de direct belanghebbende(n) te cederen.
6. Opdrachtgever is verplicht om zorg te dragen voor een afdoende, totaaldekkende aansprakelijkheidsverzekering voor alle directe en indirecte schade als bedoeld in dit artikel.

Artikel 20

Identificatie en persoonsgegevens
1. Opdrachtgever stelt bij aanvang van de terbeschikkingstelling van een uitzendkracht diens identiteit vast aan de hand van het origineel identiteitsdocument. De Opdrachtgever richt zijn administratie zodanig in dat de identiteit van de uitzendkracht kan worden aangetoond.
2. Opdrachtgever behandelt de hem in het kader van de terbeschikkingstelling ter kennis gekomen persoonlijke gegevens van uitzendkrachten vertrouwelijk en verwerkt deze in overeenstemming met de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens en overige relevante wetgeving.
3. De Opdrachtgever is gehouden om in het geval van een datalek, waarbij kans is op verlies of onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens van de uitzendkrachten die de door Opdrachtnemer aan hem ter beschikking zijn gesteld, een melding te doen bij het College bescherming persoonsgegevens en Opdrachtnemer. Indien noodzakelijk zal Opdrachtnemer de betrokken uitzendkrachten informeren.
4. Opdrachtnemer is niet aansprakelijk voor boetes of claims die Opdrachtgever worden opgelegd omdat hij zijn verplichtingen als in de voorgaande leden bedoeld niet is nagekomen.
5. Opdrachtgever zal, indien er aanspraken jegens Opdrachtnemer zijn ingesteld wegens het niet nakomen door Opdrachtgever van de in dit artikel genoemde verplichtingen, de hiermee verband houdende schade waaronder kosten van rechtsbijstand, volledig aan Opdrachtnemer vergoeden.

Artikel 21

Auto van de zaak, bedrijfssluiting en tewerkstelling buitenland
1. Als Opdrachtgever voornemens is de uitzendkracht een auto ter beschikking te stellen, deelt Opdrachtgever dit onverwijld mede aan Opdrachtnemer. Uitsluitend in overleg met Opdrachtnemer komt Opdrachtgever met de uitzendkracht overeen dat de auto privé mag worden gereden, zodat Opdrachtnemer hiermee rekening kan houden in de loonheffing. Als Opdrachtgever dit nalaat is hij gehouden de daaruit voortvloeiende schade, kosten en (fiscale) gevolgen te vergoeden die Opdrachtnemer lijdt.
2. Als er gedurende de terbeschikkingstelling een bedrijfssluiting of verplichte vrije dag plaatsvindt, informeert Opdrachtgever Opdrachtnemer hieromtrent bij het aangaan van de inleenoverkomst, zodat Opdrachtnemer hiermee rekening kan houden bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. Als Opdrachtgever dit nalaat is hij over deze periode aan Opdrachtnemer verschuldigd het aantal uren zoals overeengekomen in de inleenovereenkomst, vermenigvuldigd met het laatstgeldende opdrachtgeverstarief.
3. Het is Opdrachtgever verboden een naar hem uitgezonden kracht buiten Nederland te werk te stellen, zonder daarin uitdrukkelijk Opdrachtnemer te kennen en zonder haar toestemming, ter verkrijging van welke toestemming aan Opdrachtnemer minstens twee weken vooraf dient te worden opgegeven alle relevante informatie, zoals land en plaats, waar de werkzaamheden zullen worden verricht en de (geschatte) duur van de werkzaamheden. Opdrachtgever dient de uitzendkracht onmiddellijk naar Nederland te doen terugkeren, zodra Opdrachtnemer haar toestemming aan Opdrachtgever voor het verrichten door de uitzendkracht van werkzaamheden buiten Nederland intrekt.